• Vraagstuk
  • Matchmaking
  • Onderzoek
  • Concept
  • Presentatie
  • Matchmaking
  • Results

Tot op de bodem

De bodem is waarop alles groeit. Zonder een gezonde bodem geen voedsel, natuur en schoon water. Agri meets Design en Nature meets Design graven zich diep in het ontwerproject Tot op de bodem!

Vraagstuk

Tot op de bodem is het project waarbij drie boeren op zoek zijn naar een gezonde bodem. Hoe gaan ze verzilting, verdroging en verschraling van de bodem tegen? Wat is precies duurzaam bodemgebruik met zo min mogelijk input en een zo hoog mogelijke opbrengst op zowel esthetisch, economisch als ecologisch vlak? Hoe gaan boeren dus het beste om met het brede scala aan bodemvarieteiten, en wat is daar voor nodig? Daarmee klopten de boeren aan bij Agri meets Design.

Matchmaking

Drie boeren zijn samen met ontwerper Renee Scheepers aan de slag gegaan en hebben elkaar beter leren kennen.

Ontwerper Renee Schepers

Renee Scheepers is als ontwerper aan het ontwerpproject verbonden. Als ontwerper verdiept ze zich graag helemaal in een nieuw onderwerp. De bodemthematiek is voor haar nieuw, maar met haar aanpak gaat ze altijd de dialoog aan met de betrokken omgeving. Burgers, beleidsmakers, professionals en experts worden bevraagd en hun input geanalyseerd. Met deze manier van werken wil Renee ook de uitdagingen van de boeren in een ander daglicht plaatsen en de essentie eruit filteren. Wat de uitkomst zal zijn, staat nu nog niet vast. Afhankelijk van de vraag en behoefte ontwerpt Renee alles uiteenlopend van atlassen, boeken, installaties en korte films tot adviezen, nieuwe systemen, ruimtes en toekomstperspectieven.

‘Ook aandacht vragen bij de politiek kan een doel zijn’. [Renee Scheepers]

De zeekraal van boer Maarten Janse

Boer Maarten vertelt dat hij boert op het bedrijf dat zijn opa ooit heeft gekocht. Het is een gebied in Zeeland waar een deel van zijn land uit ‘slikken en schorren’ bestaat. Dit betekent dat er vaak delen van zijn land onder water staan. Onder andere door bodemdaling en zeespiegelstijging wordt zijn land zilter en grotendeels ongeschikt voor reguliere (op zoet water gebaseerde) akkerbouw. Veel boeren in de omgeving zitten met dit probleem maar blijven het ontkennen zolang dat kan. Maarten wil dit voor zijn en zoekt naar oplossingen. Zo is hij zeekraal gaan telen. Een moeilijke markt, want de zeekraal komt voornamelijk uit Frankrijk, waar het ook wild geplukt mag worden. Een andere oplossing ziet Maarten nog niet direct voor zich. Hij probeert wel andere producten te telen en andere stoffen te gebruiken voor bemesting maar het heeft nog niet mogen helpen.

‘De Nederlandse landbouw wordt door de hele wereld gezien als koploper en innovator, het moet om die reden ook een antwoord hebben op verzilting.’ [Maarten Janse]

Eind november heeft Renee Scheepers het boerenbedrijf van Maarten Janse bezocht. Na afloop van het bezoek heeft zij dit veldverslag geschreven en een bodemkaart ontworpen voor boer Maarten.

De aardappels van Anton Bartelen

De volgende boer is ook akkerbouwer, met een specialisatie in aardappels, op ongeveer 150 hectare. Het bedrijf van boer Anton ligt op de overgang van zand naar klei, waardoor hij te maken heeft met enorm verschillende grondsoorten, vaak binnen één perceel. In het land van boer Anton vind je onder andere geel zand, maar ook slikken en schorren. Anton vertelt dat in zijn familie grote interesse is om het bedrijf over te nemen. Om optimaal te kunnen bemesten neemt Anton zijn eigen bodemmonsters en laat die onderzoeken door een gespecialiseerd bedrijf. Op basis hiervan wordt bepaald hoeveel mest Anton mag opbrengen. Echter, omdat zijn percelen zo variëren pakken de bodemmonsters soms erg slecht voor hem uit. Hij vraagt zich af hoe dit beter kan.

‘Er is zowel bij mijn broer als zus de ambitie om het bedrijf over te nemen, maar dure grond en grote beperkingen van de grond houden ons nu tegen.’ [Anton Bartelen]

Eind november heeft Renee Scheepers het boerenbedrijf van Anton Bartelen bezocht. Na afloop van het bezoek heeft zij dit veldverslag geschreven en een bodemkaart ontworpen voor boer Anton.

De koeien van Marcel Derks

De laatste boer van het gezelschap is boer Marcel. Marcel heeft een melkveebedrijf met 65 melkkoeien. Het bedrijf is ooit door zijn opa opgezet als gemengd bedrijf, maar nu heeft Marcel alleen nog koeien. Op het bedrijf van Marcel komen percelen voor met zogenaamde ‘oergrond’. Deze grondsoort bevat veel ijzer dat in aanraking met water een ondoorlatende harde laag in de bodem vormt. Het is bijna onmogelijk deze grond te ploegen, regen blijft lang op het maaiveld staan en gras groeit daardoor minder goed. Om de bodem het water beter te laten vasthouden wil Marcel het organische stofgehalte in de bodem verhogen door meer organische stalmest op te brengen. Dit levert echter nog wel wat problemen op in de mestboekhouding, Marcel zoekt naar goede tips om dit op te lossen.

Eind november heeft Renee Scheepers het boerenbedrijf van Marcel Derks bezocht. Na afloop van het bezoek heeft zij dit veldverslag geschreven en een bodemkaart ontworpen voor boer Marcel.

Onderzoek

Onder andere door het bezoeken van de verschillende bedrijven heeft Renee in kaart gebracht voor welke uitdagingen de boeren staan en op welke visuele manier zij hier een bijdrage aan kan leveren. Renee werd hierin bijgestaan door twee bodemexperts van Alterra Wageningen: Willy de Groot en Fokke Brouwer.

‘Noem je dat zand? Daar leggen wij thuis de bestrating in!’ 

Fokke en Willy weten alles van de bodems in Nederland: op welke manier je ze moet bewerken en wat je er het beste op kunt telen. In Eindhoven helpt Willy ons de bodems van de boeren te ontleden, later in het project komt ook Fokke helpen. Willy wil weten wat de boeren voor grondbewerkingen doen, wat voor en hoeveel mest ze gebruiken en wat de opbrengsten zijn. Na de kennismaking komen de emmers grond van de boeren op tafel en verschijnen er grote grijnzen op ieders gezicht. Er wordt gevoeld, geroken, gediscussieerd en veel kennis uitgewisseld. Daar waar de boeren hun praktische gebiedskennis zullen inbrengen zorgen Fokke en Willy voor de theorie en de betekenis van dit project voor heel Nederland.

Concept

Renee had haar keuze gemaakt- er is al zoveel mogelijk voor een beter b0dembeheer, maar de boeren hebben meer ruimte binnen regelgeving nodig, meer onderzoek en meer vertrouwen in de ondernemers. Daarom ontwerp Renee samen met Masterchef Naresh het Bodemdiner als ontmoetingsplek voor overheid, gemeenten, boeren en andere geïnteresseerden. De gerechten waren gebaseerd op de bodems van de drie boeren.

Presentatie

Voorgerecht – Maarten Janse – Slikken en Schorren in Zeeland

Maarten omschrijft zijn uitdagingen en wensen. Onze jonge bodems zijn zilt, mijn uitdaging is hier een gezond gewas te telen met een verbetering van het bodemleven. De kennis over zilte bodems is nog ontoereikend en zilte teelten zijn niet enkel de oplossing. We hebben ook ervaring nodig met nieuwe bodembewerkingen, andere rassen en bewezen teelten.

“Je moet je voorstellen dat een zilte grond bijna nooit helemaal droog is. Dat maakt het rooien lastig. Daarom zou het voor ons een uitkomst zijn als er een bijvoorbeeld een aardappelras ontwikkeld wordt dat in augustus al gerooid kan worden.”

Regelgeving en beleid is nu heel generiek. Er wordt een beleid gemaakt voor homogene bodems. Maar bodems zijn divers. Er is zelfs veel variatie binnen één perceel mogelijk. Door die grote variatie is één bodemmonster eigenlijk niet toereikend. Een oplossing zou kunnen zijn dit uit te breiden naar het meten van 4 waardes. Op die manier kan er veel beter op beleids-, bedrijfs- en perceelsniveau gestuurd worden.

Maarten is heel duidelijk: precisielandbouw wordt de norm. En om te voorkomen dat we allemaal alles steeds opnieuw gaan meten kunnen boeren hun data gaan delen. Ook ketenmanager bodemgebruik (Economische Zaken) Puck Bonnier ziet hier veel mogelijkheden. Regelgeving is er namelijk om alles zo fraudebestendig mogelijk te maken. Juist doordat steeds meer boeren allerlei data verzamelen, wordt het systeem minder fraudegevoelig. De data liegt niet.

Maarten loopt zelf wel nog tegen het probleem aan dat hij één van de eerste in Nederland is die zich bezighoudt met zilte teelt en daarbij ook nog eens veel gebruik maakt van precisielandbouw. Hij heeft daardoor echt behoefte aan meer kennis, of anders meer ruimte om zelf kennis te vergaren. Bijvoorbeeld door te mogen experimenteren op zijn perceel.

Een andere uitdaging voor Maarten blijft ook het bereiken van de consument. “Veel Nederlanders zijn gewend dat producten het hele jaar door verkrijgbaar zijn in de supermarkt. Maar ook de Nederlandse zeekraal heeft gewoon een seizoen. Het is voor de meeste boeren lastig met al deze dingen bezig te zijn. Je moet alles afweten van de teelt, van de bodem, van de machines, hoe je data moet analyseren en eigenlijk ook nog marketingspecialist zijn. De boer zou zich meer bezig moeten kunnen houden met waar hij goed in is.”

Hoofdgerecht – Anton Bartelen – ‘Multi culti’ perceel in Oud-Gastel

Na de introductie van Maarten en zijn bedrijf is het tijd voor het hoofdgerecht. Er staat een kleurrijk bord voor ons op tafel. Het gerecht representeert de bodem van Anton’s percelen. Het akkerbouwbedrijf van Anton begint bij wijze van spreken bij de voordeur met klei en je loopt de achterdeur uit in het zand. Een perceel op het bedrijf van de familie Bartelen bestaat soms uit wel 25 verschillende delen. Een veelzijdigheid die vraagt om een diverse en precieze aanpak. Sommige plekken hebben meer bemesting nodig, terwijl andere stukken ook best met minder toe kunnen.

“Precisielandbouw is nu ineens een hot item, maar het is eigenlijk niks nieuws” zegt Anton. “Boeren van 100, 200 jaar geleden wisten ook tot op de meter precies hoe ze hun land het beste konden bewerken.”

Met behulp van computers en GPS-systemen wordt er nu enorm veel data gegenereerd, maar de kunst is om de data op de juiste manier te kunnen interpreteren. Anton pleit vanavond dan ook voor meer ondersteuning vanuit partijen als Wageningen UR om ervoor te zorgen dat al die data ook gaat leiden tot verbetering in de praktijk. Maar de grootste wens van Anton is om de ruimte te krijgen om zijn land in een zo goed mogelijke staat te krijgen. Binnen de huidige regelgeving is het lastig om zijn percelen op orde te krijgen. Regelgeving is gebaseerd op homogene gronden, maar geen enkele bodem is hetzelfde.

Geef enkele boeren de komende jaren de ruimte voor grondverbetering op een verantwoorde wijze. Laat ze plannen schrijven en houd het goed in de gaten, en zet Nederland als voorbeeld voor het buitenland neer. Al jaren kijken andere landen naar ons; op het gebied van teeltmethodes, waterbeheer etc. Maar er moet wel ruimte zijn om een voorbeeld te kunnen zetten. Daarnaast zou het enorm helpen om de bemonstering bij de jaarlijkse bodemonderzoeken GPS-gestuurd te doen, zodat in ieder geval op exact dezelfde plek wordt gemeten en meetafwijkingen in de toekomst worden voorkomen.

Nagerecht – Marcel Derks – Ijzeroert

Tot slot is het tijd voor het nagerecht. De bodemkringloop is de basis voor het bedrijf van Marcel. Een gevoede bodem zorgt voor een rijk bodemleven en dat levert weer goede planten voor zijn koeien. “Bodemvoedingen uit mijn eigen bedrijfsvoering zoals compost en champost (champignonmest) verhogen het organische stofgehalte in de grond. Deze vallen nu onder de mestwet, waardoor ik kunstmest moet aanvoeren en mijn eigen mest afvoeren. Dit kan niet de bedoeling zijn.”

Marcels grote wens is dat ondernemers die geruime tijd (bijvoorbeeld vijf jaar) bewezen hebben dat ze binnen de normen werken en vrij van sancties zijn, dat zij ook het vertrouwen verdienen om meer vrijheid te krijgen binnen de regelgeving.

“Ik laat zien dat ik verstand heb van wat ik doe, geef mij het vertrouwen.”

De dooddoener is altijd dat het wel handhaafbaar moet zijn, maar er mag ook meer vertrouwen zijn, zegt Marcel. Door niks uit te proberen kom je namelijk niet verder, maar het kan niet altijd alleen maar vanuit de ondernemer komen.

Puck Bonnier (ketenmanager bodemgebruik Economische Zaken) geeft aan dat er gewerkt wordt aan het creëren van die ruimte voor ondernemers, maar het is er inderdaad nog niet. Echter ook de precisielandbouw biedt hoop. Dit maakt ook het experimenteren van boeren handhaafbaar.

Marcel besluit zijn betoog met aangeven dat hij enorm veel van het project heeft geleerd en dat hij hoopt dat het werk dat zijn collega’s en hij samen met Renee hebben verzet ook tot nieuwe mogelijkheden leidt.

Het moge duidelijk zijn: De boeren vragen om meer ruimte binnen regelgeving, meer onderzoek en meer vertrouwen in de ondernemers.

Er wordt positief gereageerd door de deelnemers aan het diner. Anne-Marie Spierings (gedeputeerde Agrarische Ontwikkeling, Provincie Noord-Brabant) geeft aan dat deze avond haar een hoop stof tot nadenken heeft gegeven en dat dit nog wel een gevolg gaat krijgen. Of de boeren de vrijheid zullen krijgen om te experimenteren is nu nog afwachten, maar ze hebben er zeker een vurig pleidooi voor gehouden.