Het voordeel van werken met telers en een creatieve organisatie zoals Kunstloc Brabant is dat ze gemakkelijk een mouw passen aan de traditionele vorm van een samenkomst. De eerste bijeenkomst was dan ook op en top veilig en aangepast aan de toen geldende maatregelen; daar bovenop zelfs sfeervol. We kwamen samen bij aardbeienteler Mark van Aert. Het programma bestond uit een introductie, speeddates, rondleiding, presentatie door toeleveranciers en een brainstorm.
“Ik word altijd droevig van winteraardbeien”
Voor de start vroegen we enkele ontwerpers wat hun beeld bij tov is. Hun associatie bleek vooral met termen als industrie, economie en niet-duurzaam. Een mooie doorsnee van wat de gemiddelde bewuste consument wellicht zou zeggen. De ontwerpers straalden een enorme nieuwsgierigheid uit naar de vraagstukken die leven. Thema’s die bovendrijven waren bijvoorbeeld: ‘waar ligt de grens tussen consumptielandschap en vrijetijdslandschap?’ en ‘hoe kan tov een natuurlijke uitstraling hebben?’

Jostijn Ligtvoet Fotografie
De complexiteit van het thema werd snel duidelijk na het spreken van een toeleverancier. ‘Tov is maatwerk, de materialen die gebruikt worden zijn altijd een match met een individueel bedrijf. De teeltmethode en bedrijfsindeling zijn leidend in de keuze voor een oplossing.’ Verduurzaming van de toepassingen is in de regel geen actief vraagstuk in dergelijke gesprekken en innovatie wordt veelal gedreven door vergunningseisen. Er zijn ontwikkelingen, bijvoorbeeld rondom o.a. bio-plastic, maar vanwege arbeidsgemak en prijs worden deze nog nauwelijks toegepast. Ook lijkt de sector kritisch op de kritiek op plastic: ‘wat is beter, plastic hier of een vrachtwagen aardbeien uit Marokko?’.
Ook telers zien de noodzaak van een andere aanpak. Een van de telers toont een luchtfoto van zijn bedrijf: ‘mensen zouden mijn zonnepanelen onwijs duurzaam vinden, als ze ze zouden kunnen zien. Wat ze wel zien zijn de plastic looptunnels, die beoordelen ze als “niet duurzaam”.’ ‘Dat ik geen kas mag plaatsen weten ze niet”.
Dat er iets moet veranderen aan tov is duidelijk. Of de oplossing ligt in meer toeschietelijk beleid, meer maatschappelijk begrip, groei van duurzame alternatieven of inzet van meer natuurlijke teelwijzen of een combinatie hiervan, dat is de vraag. In groepsgesprekken werd een begin gemaakt aan het definiëren van thema’s en oplossingsrichtingen. In de volgende bijeenkomst vindt een verdiepingsslag plaats.
Aardbeienvragen
We bezochten een aardbeienteler en hoorden daar familieverhalen van telers, kregen een rondleiding op het bedrijf en hoorden vragen van ontwerpers. Domme vragen bestaan niet, bewezen ook deze vragen weer.
Hoe is de sector de afgelopen tientallen jaren veranderd?
*’Ik ben een derde generatie teler,’ ‘op drie weken na heb ik mijn hele leven op dit bedrijf gewoond’, ‘mijn broer en zus zitten ook in de aardbeien.’ ‘De voornaamste ontwikkeling is geweest dat er een omschakeling naar tov heeft plaatsgevonden, gedreven door arbeidsgemak en het minimaliseren van weerrisico en prijsrisico,’ ‘mijn vader heeft het prachtig gevonden om de ontwikkelingen te zien.’ ‘De handel koopt tegenwoordig graag zekerheid, aardbeien die niet uit de volle grond komen, leveren meer op. Zo koopt de handel zekerheid,’ maar zo wordt teelt in de volle grond steeds minder aantrekkelijk ‘zeker voor telers zonder directe afzet.’
“Ik ben derde generatie aardbeienteler. Mijn vader vindt het prachtig om te zien hoe de sector veranderd is.”
Aardbeien zijn er nu jaarrond, waarom heb je in de kantine een poster hangen met ‘we zijn er weer’?
*’Ja, dat is eigenlijk niet meer van deze tijd.’ ‘En toch is de aardbei een seizoensproduct.’ ‘Ik eet zelf buiten ons Nederlandse seizoen om liever geen aardbeien uit zuid-Europa.’ ‘Die poster was een consumentencampagne om de verkoop te stimuleren, want de aardbei ís er toch vooral in de zomermaanden.’ ‘De hoeveelheid aardbeien is dan groter ook omdat telers die in de volle grond telen dan ook hun product kunnen aanbieden.’ ‘Dit bedrijf heeft die poster hangen, en teelt zelf ook niet jaarrond’. Er hangen nu [in oktober] geen verleidelijke rode vruchten, als je over het bedrijf loopt zie je voornamelijk stellingen, overkappingen en plastic. ‘Zo ziet het er hier het grootste gedeelte van het jaar uit.’

Jostijn Ligtvoet Fotografie
Hoe lang gaat het plastic folie (dak looptunnel) mee?
*’Een jaar of vijf. Het wordt wel wat vies maar kan qua kwaliteit zeker zo lang mee.’ Waarom niet poetsen? ‘Dat proberen we wel, maar is een stuk lastiger dan bij bijvoorbeeld een kas.’ ‘Deze permanente looptunnel zouden we volgens de regels niet zomaar kunnen vervangen door een kas’
*Hier worden verschillende telers geparafraseerd.
Zo zie je maar weer dat co-creatie tussen ontwerpers en anderen tot nieuwe inzichten kan leiden. De kennis van vakmensen kan met creatieve denk- en vraagkracht leiden tot nieuwe ideeën en oplossingen.
Als de volksgezondheid en coronamaatregelen het toelaten, vindt half januari de volgende bijeenkomst plaats en kunnen jullie een nieuwe update verwachten.