Dieren zijn teveel een productiemiddel in onze maatschappij volgens dierenarts Katrien van ’t Hooft, en daar ziet ze graag verandering in. Vanuit de stichting Platform Natuurlijke Veehouderij onderzoekt zij samen met melkveehouders, veeartsen en kunstenaars wereldwijd wat ‘natuurlijk veehouden’ precies kan inhouden en wat diverse culturen daarover van elkaar kunnen leren. We spraken haar over het ideaal én de praktijk om met dit bonte gezelschap de toekomst van de veehouderij te onderzoeken.
Wij organiseren activiteiten om tot minimaal gebruik van antibiotica en andere diergeneesmiddelen te komen. Zo kunnen melkveehouders en dierenartsen kennis en ervaringen uitwisselen met andere landen, waaronder India, Ethiopië en Oeganda. Een voorbeeld zijn de bezoeken aan een universiteit in India over het gebruik van kruiden voor koeien, om uit te zoeken hoe dat ook in Nederland zou kunnen helpen om dieren gezond te houden. Andersom leert India weer van de Nederlandse praktijk. Vermindering van gebruik van antibiotica en andere middelen is een goede ingang om met veeartsen en boeren samen te werken. Samen hebben we een integrale 5-vijf-lagen strategie ontwikkeld, met de belangrijkste elementen om tot vermindering van antibiotica te komen: (1) goede dierverzorging en bedrijfsmanagement, (2) fokkerij van dieren die passen in de omgeving, (3) gebruik van kruidenmiddelen, (4) controle van kwaliteit en (5) het inkomen van de boeren. In ieder van de vier landen wordt deze strategie nu uitgeprobeerd.
Tijdens zo’n reis zien veehouders en dierenartsen nieuwe mogelijkheden met nieuwe kruidenrecepten. Na terugkomst zijn zij gemotiveerd om iets nieuws uit te proberen, om af te wijken van de normale gang van zaken. Zo wordt nu met steun van de provincie Overijssel op een aantal bedrijven een proef met kruidenmiddelen tegen kalverdiarree gedaan. In 2015 is een kruidenmengsel tegen uierontsteking volgens Indiaas recept uitgeprobeerd. Meer kruiden in de wei kan natuurlijk ook, dat kan zorgen voor een betere gezondheid en weerstand van het dier waardoor minder diergeneesmiddelen nodig zijn. Sommige boeren is het zelfs gelukt om helemaal antibiotica-vrij te gaan produceren. Die kennis kan dan worden ingevoegd in een kennisbank die andere veehouders weer kan inspireren.
Als een dier in Nederland antibiotica krijgt dan wordt de melk niet gebruikt voor consumptie. Helaas is dat in de andere drie landen niet zo. In Nederland zijn dierenartsen direct verantwoordelijk voor het antibioticagebruik van de veehouders, dat heeft hier ontzettend geholpen in het terugbrengen ervan. Maar resistentie tegen antibiotica is een wereldwijd probleem. Ook de resistentie tegen andere diergeneesmiddelen wordt steeds groter, met name de middelen tegen wormen en schimmels bijvoorbeeld. Deze komen niet alleen in het dier, maar via de mest en de urine ook in het water en in de bodem. Daar hebben we als hele samenleving last van, bijvoorbeeld bij de winning van goed drinkwater.
Dit probleem vraagt om een veehouderij die minder eenzijdig op productie is gericht; waar de dieren zo gehouden worden dat ze optimaal gezond blijven. Maar dit geeft een minder hoge productie van melk en vlees per dier. In India, Ethiopië en Oeganda wordt dit belemmerd door het idee dat productieverhoging alleen plaats kan vinden door het gebruik van zwartbonte koeien. In Nederland zit het dilemma met name in de lage prijs voor deze producten waardoor het voor veehouders financieel niet interessant is om het roer om te gooien. Ze zitten vast in een systeem van prijsafspraken die beheerst worden door supermarkten, export en wereldmarktprijzen.
Hoe we met ons vee omgaan is een probleem van ons allemaal. Aan de ene kant is er een omslag in de veehouders en dierenartsen nodig, en die krijg je niet voor elkaar met een lezing. Ze moeten nieuwe mogelijkheden ervaren, en dat gebeurt bijvoorbeeld tijdens de uitwisselingen en de activiteiten die daarop volgen. Aan de andere kant is een verandering bij de consumenten nodig. Bijvoorbeeld door meer verkoop van de boer direct aan de consument, waardoor de boer ook meer kan verdienen aan de producten.
We moeten dus zowel in Nederland als in andere landen het veehouderij systeem meer in balans krijgen, met als belangrijkste focus het voorkomen van ziekten bij de dieren in plaats van het bestrijden daarvan. Wij hebben niet het recept, maar wel een idee en een netwerk voor praktische experimenten met een meer natuurlijk veehouderijsysteem. En we kunnen daarbij leren van en met tal van veehouders die dat al doen.
Als stichting zijn we op zoek naar twee dingen: aan de ene kant de verbreding van de praktijk van natuurlijke veehouderij onder boeren en aan de andere kant meer begrip in de samenleving voor de dilemma’s waar veehouders mee geconfronteerd worden. Alle drie de kunstenaars hebben de tijd genomen voor gesprekken om te beslissen wat ze uiteindelijk gaan doen. Lobke bestudeert het proces van zelf boer worden en Martina kijkt wat de vijf-lagen strategie in de praktijk voor boeren betekent in de context van familiebedrijven. Matthijs zoekt juist naar acties om consumenten te betrekken. Wat hij bedacht heeft is een supermarkt zonder supermarkt – waar boer en consument elkaar direct vinden. Dat gaat hij uitbouwen naar een publieksactie.
Wil je meer weten over het Platform Natuurlijke Veehouderij en Natural LIvestock Farming ? Ga naar de websites http://natuurlijkeveehouderij.nl en http://www.naturallivestockfarming.com