Hoe draagt gewasbescherming bij aan duurzame landbouw?

Stefan van Hugten kwam als ‘klein menneke’ op de boerderij van zijn oudoom en -tante. “Toen mijn oudoom moest stoppen, ben ik een eigen bedrijf gestart. Nu huur ik de grond en de locatie.” Stefan verbouwt verschillende soorten staakbonen voor de zaadproductie. Ook heeft hij 9 hectare grond voor graszaad en mais. Naast zijn agrarisch bedrijf werkt hij fulltime als adviseur in de vollegrondsgroente en akkerbouw én hij is actief binnen vereniging Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK).

Mies Loogman is designer. Ze ontrafelt graag complexe vraagstukken. Gewasbescherming fascineert haar. “Ik vind het heerlijk om me vast te bijten in dit onderwerp. Om alle invalshoeken te onderzoeken en te komen tot een goede visualisatie van het verhaal zodat mensen zelf een gefundeerde keuze kunnen maken.”

Designer Mies en boer Stefan lopen samen over het land om te praten over gewasbescherming en het verduurzamen van de landbouw. Boer en designer; een aparte combi? Nou nee. Want het is bewezen dat echte innovatie juist vanuit andere invalshoeken komt.

Stefan: “Gewasbescherming staat nog steeds in een negatief daglicht. Ik geloof dat het belangrijk is om aan de consument te laten zien waarom we bepaalde keuzes maken. Dat we niet werken met schadelijke chemicaliën. Het mag sowieso niet van de Nederlandse overheid, maar de boer wil het zelf ook niet. Daarnaast zijn we continu op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor gewasbescherming zoals het gebruik van biologische beschermingsmiddelen en moderne veredelingstechnieken.”

Gewasbescherming is nodig

Hij benadrukt dat gewasbescherming nodig is. “Elke boer neemt maatregelen om zijn gewassen te beschermen tegen ziekten, plagen en onkruiden die de oogst bedreigen. Daarnaast gebruiken we gewasbescherming in het belang van een goede kwaliteit, wat weer zorgt voor minder voedselverspilling. En een derde reden is dat we met gewasbescherming juist zorgen voor voedselveiligheid: een aantal schimmels produceren stoffen die giftig zijn voor mens en dier. Met gewasbescherming voorkómen we de aanwezigheid van die giftige schimmels.”

Gewasbescherming begint bij de teelt

“Het is interessant dat gewasbescherming voor een boer gaat over het gezond houden van een gewas. Wel of niet gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen is daar een onderdeel van. Er komt zoveel meer bij kijken”, zegt Mies. Stefan vult aan: “Het begint altijd bij de teelt zelf: Goede grond, bemesting en zorg, betekent dat je een sterker gewas krijgt dat ook minder gewasbeschermingsmiddelen nodig heeft.”

Het gaat om de juiste balans

“Er liggen veel kansen om de teelt te verduurzamen”, zegt Stefan. “Met moderne veredelingstechnieken kunnen we sneller selecteren op resistenties en zo betere gewassen creëren.” Stefan benadrukt dat het gebruik van moderne veredelingstechnieken niets te maken heeft met genetische modificatie: “Dat is in Europa niet toegestaan. Ik denk ook dat het gevaarlijk is om te knippen en plakken in het DNA en zo met de natuur te knoeien.” Stefan en Mies denken allebei dat er toekomst zit in de juiste balans tussen groene gewasbescherming, moderne veredelingstechnieken en het gebruik van conventionele gewasbeschermingsmiddelen.

Een paar dubbeltjes duurder

“Voor sommige gewassen is het één relevant, voor andere gewassen het ander. Uiteindelijk gaat het om de inzet van techniek om te komen tot minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen”, zegt Mies. “Van groot belang voor de boer is of het renderend is om over te stappen op andere technieken”, zegt Stefan. “Want de consument moppert al snel als groente en fruit een paar dubbeltjes duurder worden.”

Zichtbaarheid is een probleem

Mies vraagt zich hardop af of het helpt om het verhaal over de gewasbescherming op een andere manier te vertellen. Om beter zichtbaar te maken waar een product vandaan komt en wat ermee gebeurt voordat het in de supermarkt ligt. “Dat je die consument bewust maakt van wat we doen met die paar dubbeltjes meer en wat dat oplevert.”

“Goed plan”, zegt Stefan. “We weten dat zichtbaarheid een probleem is. We weten ook dat het belangrijk is om het verhaal over gewasbescherming veel beter te vertellen. Daar hebben we hulp bij nodig.”

Mies: “We moeten gewasbescherming tastbaar maken. Er een belevenis van maken, want dan begrijpen mensen het verhaal en blijft het hangen. En ik weet dat het werkt om met mensen in gesprek te gaan.”

“Ik hoor regelmatig mensen met een sterke mening over gewasbescherming zonder dat ze precies weten wat de boer gebruikt om ervoor te zorgen dat een teelt slaagt.”

Dutch Design Week

Tijdens de Dutch Design Week van 20-28 oktober in Eindhoven gaan Mies en Stefan opnieuw in gesprek. De nadruk ligt dan op zichtbaarheid. Hoe komen we redelijk eenvoudig tot meer draagvlak en bewustwording bij de consument? Een enorme glazen kas vol groen op het Ketelhuisplein prikkelt bezoekers om na te denken over de toekomst van de agrarische sector en ons voedsel.