Designer Anne Kamps groeide op in het Brabantse Boxtel. Het dorp waar jaarlijks veel varkens worden geslacht. Als kind fietste ze vaak vrachtwagens met varkens voorbij. Het was een raar gezicht maar veroordelen deed ze het niet. Ook nu als designer veroordeelt ze niet, ze verwondert zich. En met die verwondering komt ze toch weer uit bij de wereld van ons voedsel met haar boek: ‘De zesvleugelige kip en andere fabeldieren van de voedingsindustrie’.
Vertel eens over de zesvleugelige kip?
“Ik studeerde aan de Design Academy in Eindhoven Food en non-food. In de periode net voor mijn afstuderen ging ik aan de slag me een project over de zesvleugelige kip. In eerste instantie was ik van plan iets te doen met de botjes die overblijven na het eten van de chickenwing buckets bij Fastfoodketens. Tijdens het werken met de botjes realiseerde ik me, dat ik geloofde dat de botjes afkomstig waren van de zesvleugelige kip. Het klinkt absurd maar toch had ik mezelf overtuigd van het bestaan van deze kip. Iemand had me ooit verteld dat een Fastfoodketen kippen liet fokken met zes vleugels. En ik dacht dus dat deze kippen echt bestonden.”
Wat heb je toen gedaan met die botjes?
“Nou, ik had een gesprek met een docent over mijn project. Na mijn verhaal zei hij: hoe kom je daar toch bij? Ik ging op onderzoek en kwam erachter dat mijn zesvleugelige kip een mythe bleek te zijn. Er werd verteld dat ze in China zesvleugelige kippen fokten. De mythe werd verspreid via internet en er zijn dus mensen, net zoals ik, die dat geloven.”
Hoe komt het dat je dacht dat ze echt bestonden?
“Ik denk dat het te maken heeft met de tijdsgeest van dit moment. Het zegt heel veel dat mensen zoiets kunnen geloven. De voedingsindustrie is soms zo onzichtbaar en staat vaak weg van de consument. Er zijn tal van mogelijkheden qua technologie en fokkerij dus waarom zou het niet waar zijn? En je kunt overal informatie vinden, al moet je deze dus regelmatig wantrouwen.”
Hoe ging je project verder toen die kip niet bleek te bestaan?
“Mijn plan om iets te bouwen met kippenvleugeltjes liet ik achter me. Ik bouwde een fictieve onderzoekssetting over het bestaan van deze zesvleugelige kip.
Al snel kwam mijn afstudeerproject in zicht. Deze bijzondere kip kon ik niet zomaar loslaten en ik bedacht me hoe interessant het zou zijn om een boek te maken met allerlei van dit soort bijzondere dieren. Ik dacht dat er veel meer van deze mythe-achtige dieren zouden bestaan. Mythe-achtige dieren of spookverhalen uit de voedingsindustrie. En ook al viel dat tegen, merkte ik dat mijn blikveld steeds ruimer werd.”
Hoezo ruimer?
“Ik wilde me niet focussen op nare verhalen over ziektes, maar gewoon werken met dieren die een tikje gek zijn. Ook zag ik veel tegenstellingen tussen de wens van de consument en de productie in de industrie. Ik heb de vraagstukken/uitdagingen (zoals bijvoorbeeld het mannenvlees bij de geitjes) vertaald naar fabeldieren. Kortom: dieren die een brug bouwen tussen de consument en producent en een dier dat past bij het beeld van de niet wetende consument. Met behulp van gedichten, illustraties en een soort van encyclopedie teksten neem ik je mee in de wereld van de fabeldieren. Als je je niks afvraagt, zoals ik eerst deed bij de zesvleugelige kip, dan passen mijn fabeldieren bij het beeld van veel consumenten.”
Je hebt het boek bedacht tijdens je afstuderen. En nu?
“Vorig jaar presenteerde ik mijn boek op de Dutch Design Week. Ik droomde erover dat mijn boek uitgegeven zou worden en in de huiskamers zou komen te liggen. Niet dat het op een sokkel zou staan als kunstwerk, maar echt gebruikt zou worden. Nog tijdens die week werd mijn boek gezien door uitgeverij Lecturis. Hij gaf aan interesse te hebben maar daarmee was het boek er nog niet. Via het platform Voordekunst.nl deed ik een crowdfundingscampagne en binnen een maand tijd had ik €10.000,- opgehaald. Dit startkapitaal was nodig vanwege de hoge productiekosten en de kleinere oplage waarin het boek gedrukt zou worden. Midden in Coronatijd had ik gewoon mijn bedrag bereikt en konden we plannen gaan maken om het boek echt uit te brengen dit jaar.”
Wanneer komt je boek uit?
“Eind oktober verschijnt mijn boek als alles loopt zoals ik wil. Ik zou het mooi vinden als dit boek gezien wordt als geschenk voor de feestdagen. Onder de kerstboom of misschien wel als sinterklaascadeau. Mijn boek is niet bedoeld voor boeren. Zij mogen het natuurlijk ook lezen maar ik heb het geschreven en geïllustreerd voor de consument. Ik wil laten zien hoe bijzonder deze tijdsgeest is. En dat deze dieren wellicht zouden kunnen bestaan, maar dat we er geen weet van hebben wanneer we niet wat meer aandacht hebben voor ons voedsel. Mijn boek dient hopelijk als gespreksstarter. Mijn fabeldieren zijn niet echt, maar hoe ziet de echte wereld er dan wel uit?”
Wat hoop je met je boek?
“Als het boek uitgebracht is ben ik erg benieuwd hoe het loopt en wie het koopt. Ik zou het mooi vinden om met de kennis die ik nu op ga doen tijdens mijn opleiding aan de PABO en de zesvleugelige kip en haar fabelvrienden, onderwijsmateriaal kan ontwikkelen voor kinderen.”
Wat is je toekomstwens?
“Ik zou het mooi vinden als de Zesvleugelige kip haar vleugels uitslaat en dat ik op veel plekken mag komen vertellen over het boek. Daarnaast hoop ik dat ik nog meer soortgelijke projecten mag doen, waarbij ik verhalen vertel met beelden en tekst. Bijna alle onderwerpen zijn de moeite waard om meer over te leren en weten. Ik heb al verschillende ideeën dus stay tuned!”